Westerse filosofie wordt dualistisch genoemd omdat de werkelijkheid gesplitst wordt in materie versus idee of lichaam versus geest, terwijl men niet weet waar men idee en geest moet plaatsen. Westerse filosofen konden geest en idee niet in de natuur plaatsen, en dus zijn geest en idee van boven-natuurlijke aard, in de Westerse filosofie. En sommige Westerse filosofen, die niets van boven-natuurlijke zaken moeten weten, ontkennen dan soms gewoon het bestaan van geest.
Ook de Westerse maatschappij wordt dualistisch genoemd, omdat Westerlingen erg de neiging hebben om alles in termen van tegenstellingen te zien, werkgever versus werknemer, baas versus knecht, links versus rechts, cultuur versus natuur, mens versus dier, man versus vrouw, binnen-lander versus buiten-lander, winnaar versus verliezer enzovoort. We zien dan vele kloven, terwijl die kloven in feite vaak bruggen zijn.
In de Relationele filosofie wordt de werkelijkheid niet meer beschreven in termen van dualiteiten maar van drie-eenheden. We zien overal in de werkelijkheid vormen, die door de aard van hun vorm passen bij andere vormen. En in dat passen van vormen, speelt zich dan altijd een werking af.
We zien drie-eenheden als licht-schijnen-bloem, bloem-openen-licht, oog-zien-licht, plant-wortelen-aarde, bout-schroeven-moer, hart-pompen-bloed, longen-ademen-lucht, bot-scharnieren-gewricht, man-Eros-vrouw, proton-Elektra-elektron enzovoort, twee passende vormen met een werking die er tussen speelt. We zien dus overal vorm-passen-vorm of vorm-werking-vorm drie-eenheden.
En als we het hebben over geest of idee, dan bedoelen we altijd zo'n werking die speelt als een passen van vormen. De werking schroeven, daar draait het om in bout en moer, dat is de geest van bout en moer, het hele idee erachter, het idee van de schroefdraad in dit geval. En altijd bedoelen we met geest of idee zo'n werking in een drie-eenheid.
In de Relationele filosofie is geest dus niet meer van boven-natuurlijke aard, maar speelt geest midden in de natuur, tussen de vormen. Geest is de immateriële brug tussen de vormen.
Geest, dat is het totaal aan werkingen in de werkelijkheid. En die werkingen spelen in de leegte, dus geest is leegte, geen ding, maar wel een feit, een zacht feit.
En met ons verstand zien we dan die geest werkzaam in de natuur. En we zien dat omdat we passen van vormen kunnen zien.
Jan Helderman
18-1-3